Discus

Housing First: ‘Elke dag ben ik dankbaar en trots dat ik eindelijk mijn huissie heb’

‘Elke dag ben ik dankbaar en trots dat ik eindelijk mijn huisie heb’, zegt Rafik Haddou (40). Hij zet glazen koffie op tafel, pakt een stoel en schuift die in het strookje zonlicht dat door het raam naar binnen valt. Binnen hoor je de gedempte geluiden van de straat. ‘Ik voel me zo thuis. Als ze me hier ooit uit willen krijgen moeten ze me tussen zes plankjes naar buiten dragen.’ Hij grijnst. ‘De dag dat ik de sleutel kreeg was de mooiste dag van mijn leven.’

Tekst: Brechtje Keulen

Rafik Haddou was dakloos. Via organisatie Discus – onderdeel van HVO Querido – kon hij deelnemer worden aan een ‘housing first’-project. Die aanpak is inmiddels beproefd: geef een dakloze eerst een huis, en ga dan aan andere problemen werken. Dat werkt beter dan andersom.

De sleutel
Uit zijn portemonnee pakt Rafik een polaroidfoto waar hij samen met zijn persoonlijk begeleider Tessa op staat. Breed lachend houden ze allebei een glas Jip en Janneke-champagne omhoog. Aan de wijsvinger van Rafik bungelt een sleutelbos. Op de achtergrond is nog net te zien dat de foto in een ziekenhuis is gemaakt. ‘Tessa is een doorzetter. Ze heeft me lang moeten zoeken, want ik lag in het Lucas Andreas Ziekenhuis toen de woning vrijkwam. Ik had een hartinfarct gehad’, vertelt Rafik. ‘Ik was zo blij. Zodra ik weg mocht uit het ziekenhuis, ben ik hierheen gekomen om mijn nieuwe huis met eigen ogen te zien.’

Hij wijst naar de supermarkt aan de overkant van de straat. ‘Ik heb bier en borrelnootjes gehaald en ik ben hier bij het raam gaan zitten om de boel buiten te observeren. Dit is zo’n prachtige plek.’


De buurt

‘Voorbestemming’, noemt Rafik het, dat hij na jaren van verslaving, dakloosheid en begeleid wonen juist hier in Oud-West een woning kreeg toegewezen. Het is de wijk waar zijn Marokkaanse ouders kwamen wonen toen ze net in Nederland waren, en waar hij zelf in 1975 werd geboren. Hier deed hij als kind boodschappen met zijn vader en bezocht hij de moskee. ‘Waar ik begonnen ben, ben ik nu weer terug. Echt, het mooiste aan dit huis is de locatie.’

Zonder aarzelen stopte Rafik al zijn spullen – kleding, een computer en een stel subwoofers – in vuilniszakken om ze naar Oud-West te brengen. Hij regelde een paar vrienden en een touw en blok om de van een vergoeding gekochte meubels naar binnen te takelen. ‘Het was heel spannend, maar ik vond het leuk om het allemaal te organiseren. Ik voelde dat dit project ging slagen.’

Liever blinken dan stinken
Wie Rafik nu, een jaar later, vraagt hoe het met hem gaat, krijgt als antwoord: ‘Ik ben vrij gelukkig.’ Met een schaterende lach erbij. ‘Dat dit gelukt is geeft een heel goed gevoel, maar ik heb er nooit aan getwijfeld dat ik het kon. Ik had namelijk veel levenservaring.’

Rafik trouwde toen hij achttien was, kreeg jong kinderen en had allerlei soorten werk: bij stadstoezicht, in de beveiliging, als proces operator bij de bloedbank, bij Starbucks en in een cacaofabriek. Maar na veertien jaar strandde zijn huwelijk. Hij raakte aan de drank, verloor zijn rijbewijs en zijn werk, en doordat het lang duurde voor hij een uitkering kreeg, liepen de rekeningen steeds verder op. ‘Dan flip je dus gewoon.’

Hij woonde een tijd bij zijn ouders in, sliep drie maanden in een bootje en bezocht bijna alle inloophuizen en nachtopvanglocaties van Amsterdam. ‘Ik had vaak honger, ik was teleurgesteld en daar werd ik agressief van. Dan mocht ik er soms niet eens in. Ik had niks meer. Op een gegeven moment alleen nog maar een broek, een jas en een hemd. Terwijl mijn motto altijd was: je kan beter blinken dan stinken. Hoe je eruit ziet, is toch je visitekaartje.’


Op mijn plekkie

‘Ik heb op een gegeven moment prioriteiten gesteld’, zegt Rafik. ‘Tijdens het begeleid wonen heb ik zo veel mogelijk geregeld: schuldsanering, alimentatie, contact met familie en ik heb zelfs geprobeerd om mijn rijbewijs terug te krijgen. Dat is niet gelukt omdat mijn bloedwaarden nog niet goed waren, maar dat komt volgend jaar zeker wel.’

‘Mijn grootste kwaliteit is dat ik heel zelfstandig ben. En Tessa helpt me als ik er zelf niet uitkom. Ik ga naar mijn werk. Ik heb mijn diploma assistent-kweker gehaald en ik doe nu dagbesteding bij Kwekerij Osdorp. Ik vind het niet altijd leuk dat ik niet betaald wordt, maar eigenlijk is het zo wel beter voor mij.’

Hij zucht. ‘Ik ben nu weer sinds drie dagen gestopt met drinken. Ik moet de motivatie bij elkaar rapen. Als je 22 jaar hebt gedronken is het niet gemakkelijk, maar ik wil heel graag dat het lukt. Geef mij nu je angst, ken je dat nummer van André Hazes? Dat zing ik heel graag als ik hier thuis zit.’ Hij neuriet:

Geef mij nu je angst
ik geef je er hoop voor terug.
[…]
Zolang ik je niet verlies,
vind ik heus wel de weg met jou.

‘Ik zie mezelf erin. Ik heb een heleboel bagage om te overleven en die pakt niemand me meer af. Aan mijn jaren op straat denk ik niet meer. Ik lach erom. Ik ben op mijn plekkie nu.’

Deze tekst verscheen eerder in het jubileumboek 10 Jaar Discus van HVO Querido. De originele foto’s in het boek zijn gemaakt door Jildiz Kaptein.