‘Zonder opvang gaan we meer ongedocumenteerde mensen op straat zien.’
Gemeenten vrezen dat er meer mensen op straat belanden als PVV-minister van Asiel Marjolein Faber de opvang voor ongedocumenteerden vanaf 1 januari niet meer financiert. ‘We gaan meer ziekte en dood zien.’
Tekst: Brechtje Keulen
Fotografie: Roger Cremers
Publicatie: 18 september 2024 in De Groene Amsterdammer
‘Ik had zo’n buikpijn’, zegt Amal (29). ‘En ik was zo verschrikkelijk moe, zo moe.’ Ze staart stil voor zich uit. Ze schikt haar donkerblauwe hoofddoek losjes om haar hoofd. Ze pakt een stroopwafel en legt die voor zich neer op een schoteltje. ‘Ik kón niet meer.’
Amal, een tengere Ethiopische vrouw, zit in een kleine spreekkamer van huisartsenpraktijk Kruispost, een praktijk in het centrum van Amsterdam die er speciaal is voor mensen zonder zorgverzekering. In de praktijk zijn dat arbeidsmigranten, maar ook dak- en thuislozen (zonder adres en dus zonder verzekering) en ongedocumenteerden (zonder verblijfsrecht en dus zonder verzekering). De artsen werken als vrijwilligers. Twee keer per dag is er een spreekuur waar mensen zonder afspraak kunnen langskomen. Er is plek voor zo’n 35 patiënten per dag, en het gebeurt geregeld dat mensen wegens drukte later terug moeten komen. Ook vandaag zit de wachtkamer vol.
De Ethiopische Amal kwam hier in de huisartsenpraktijk toen ze helemaal aan de grond zat. Ze had een paar maanden ‘buiten’ geleefd, vertelt ze. Op straat. Ze was uit het asielzoekerscentrum gezet nadat gebleken was dat ze via Polen naar Nederland was gekomen. Volgens de Europese Dublin-regels is dat land verantwoordelijk voor haar asielverzoek. Zo belandde ze, zonder verblijfsvergunning, op straat.
‘Medische zorg heeft eigenlijk pas zin als iemand ook onderdak heeft’
Amals stem klinkt helder, maar haar ogen staan dof als ze vertelt over die tijd. ‘Het was november. Ik heb het nog nooit zo koud gehad. Het was zo, zo, zo, zo, zo zwaar.’ Soms sliep ze een paar dagen bij andere Ethiopiërs, of in de winteropvang voor daklozen, maar daar voelde ze zich niet op haar gemak. ‘Mensen vochten daar en er waren mensen bij die drugs gebruikten. Ik was bang en ik kon daar niet slapen.’ Uiteindelijk verbleef ze ook ’s nachts buiten. ‘Door dingen die ik in het verleden heb meegemaakt, durfde ik niet te gaan slapen. Ik bleef lopen’, zegt ze zacht. ‘Lopen, lopen lopen. Overdag ging ik dan naar het Centraal Station om een paar uurtjes te slapen. Het is daar net iets warmer dan buiten.’
Het dakloze leven eiste zijn tol. ‘Ik dronk zo weinig mogelijk, want ik kon maar twee keer per dag naar de wc. Plassen deed heel erg pijn. Mijn menstruatie bleef ook weg. Ik heb uiteindelijk bijna al mijn spullen weggegooid, omdat mijn rug zo’n pijn deed van het lopen met een zware rugtas. Ik had het eigenlijk opgegeven. En toen kwam ik iemand tegen die me vertelde dat ik hulp kon krijgen.’
‘Het is moeilijk om weer op te staan als je het helemaal had opgegeven.’
Amal gaat straks terug naar haar gedeelde kamer in de opvang voor ongedocumenteerden, de Landelijke Vreemdelingen Voorziening (LVV). Ze was vandaag alleen bij Kruispost om medicijnen op te halen. Ze krijgt inmiddels traumatherapie bij een gespecialiseerde instelling. Ze glimlacht ongemakkelijk. ‘Ik moet daar veel praten, veel terugdenken aan wat er gebeurd is. Dat vind ik moeilijk. Maar ik denk dat het goed is. Ik voel me nog steeds niet goed. De pijn is niet helemaal weg en ik ben bang om te veel in mijn hoofd te zitten. Ik probeer overdag zoveel mogelijk bezig te zijn. Ik ga naar computerles en ik ga sporten.’
Ze zucht. ‘Het is moeilijk om weer op te staan als je het helemaal had opgegeven. Het voelt vaak alsof mijn brein niet werkt. Maar ik kom terug, ik blijf vechten.’
‘Medische zorg heeft eigenlijk pas zin als iemand ook onderdak heeft’, zegt huisarts Tom Matthews, die al zestien jaar vrijwilliger is bij Kruispost. ‘Mensen die op straat leven hebben een slechtere gezondheid en gaan gemiddeld veertien tot zestien jaar eerder dood dan jij en ik. Ze hebben veel stress en daaraan gerelateerde klachten, zoals een hoge bloeddruk, diabetes, hart- en vaatziekten en vaak ontwikkelen ze in de loop van de tijd ook verslavingen. Bovendien zijn ze door hun onregelmatige leven veel moeilijker te behandelen: ze kunnen hun medicijnen niet in de koelkast leggen, ze eten niet op vaste tijden en hebben niet altijd de kans om een douche te nemen.’
Matthews vertelt over een van de meest voorkomende klachten bij Kruispost: wonden. De huisartsen behandelen een wond, maar ze weten ook: de patiënt gaat naar buiten, loopt dan weer de hele dag op straat en kan de wond niet schoonhouden. ‘Soms geneest zo’n wond niet goed. Die wordt groter of gaat ontsteken. De klachten verergeren, de behandeling wordt zwaarder. In het ergste geval – en dat gebeurt echt – kan het tot een amputatie leiden. Dat zou niet nodig zijn geweest als we iemand in eerste instantie niet naar de straat, maar naar een bed hadden kunnen doorsturen.’
Minister Marjolein Faber (PVV) van Asiel en Migratie besloot deze maand om de rijksfinanciering van de Landelijke Vreemdelingen Voorziening – de opvang waar ook Amal afhankelijk van is – stop te zetten. Maatschappelijke organisaties, kerken, wetenschappers, de politie en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten: allemaal spraken ze zich uit tegen het stopzetten van deze financiering. De vijf Nederlandse gemeenten waar een LVV-opvang is, stuurden een brandbrief aan minister Faber waarin ze een klemmend beroep op haar deden om dit plan niet door te zetten. Tevergeefs. Faber kondigde op X aan geen gesubsidieerde opvang meer te willen bieden; ze wil inzetten op terugkeer.
Maar in de steden weet iedereen: als de opvang sluit, zijn deze mensen niet verdwenen. Terugkeren is niet gemakkelijk en niet vanzelfsprekend. Zelfs in een LVV-traject met intensieve begeleiding kan het jaren duren voordat dat lukt. De kans is veel groter dat deze mensen in de marges van de steden verdwijnen, met alle gevolgen van dien voor de mensen zelf – risico op uitbuiting, misbruik en (al dan niet psychische) gezondheidsproblemen – en voor de steden – denk aan overlast op straat, kraakacties en een beroep op de schaarse politiecapaciteit. En dus gaan vier van de vijf LVV-steden, Rotterdam uitgezonderd, onmiddellijk op zoek naar manieren om de opvang en begeleiding in 2025 in ieder geval voort te kunnen zetten. Dat valt niet mee, want het rijk draagt in 2024 alleen in Amsterdam al ongeveer negen miljoen euro bij aan de vijfhonderd opvangplekken in de stad.
Lees verder op de site van De Groene Amsterdammer
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.