Aarzelend komt een lange slanke jongen het kantoortje van het Wijk Service Punt binnenstappen, een brief met het logo van de gemeente Amsterdam erop in zijn linkerhand. Hij blijft staan en kijkt om zich heen in de kleine ruimte. ‘Wil je iets vragen?’ Vrijwilliger Marjan Smink kijkt hem vriendelijk aan. De jongen wijst op de brief. Hij heeft bijzondere bijstand aangevraagd om een advocaat te kunnen betalen, vertelt hij in beknopte zinnen maar met veel mimiek. In de brief staan een paar vragen, en die begrijpt hij niet. Marjan pakt de brief van hem aan en leest die snel door. ‘Ben je bij het juridisch loket geweest?’ De jongen knippert met zijn ogen, en mompelt dan: ‘Loket?’
Tekst: Brechtje Keulen | Fotografie: Piet Hermans Photography ©
Marjan werkt als vrijwilliger en ervaringsdeskundige bij het Wijk Service Punt in Nieuwendam, in Amsterdam-Noord. Daar helpt ze iedereen die het nodig heeft met formulieren, declaraties, activiteiten en voorzieningen in de wijk.
Ze zoekt even kort oogcontact met haar collega Sanaa Oulad, die achter de computer zit. ‘Het jurídisch loket’, zegt Sanaa. Ze gaat achter de computer zitten om op Google Maps aan te wijzen waar dat is.
‘Advocaat?’ mompelt de jongen.
‘Heb je een telefoonnummer van jouw advocaat?’ vraagt Marjan. De jongen knikt. ‘Dan gaan we die nu even bellen.’ Ze pakt een telefoon en zet die voor de jongen op tafel. Als hij het nummer intoetst, souffleert ze wat hij moet vragen: is hij wel of niet bij het juridisch loket geweest?
Laagdrempelig
Het Wijk Service Punt in Amsterdam-Noord helpt mensen met de meest uiteenlopende vragen. De dokter zegt dat ik moet sporten, maar ik weet niet waar dat in de buurt goedkoop kan. Of: mijn moeder begint te dementeren, waar kan ik meer informatie vinden? Hoe sluit ik een zorgverzekering af? Wat kan ik doen tegen schimmel in mijn huis?
Het Wijk Service Punt is laagdrempeliger dan een loket van de gemeente en bereikt daardoor ook mensen die het moeilijk vinden om naar een grotere instantie te stappen. De vrijwilligers wonen zelf in de wijk, dus ze weten waar ze mensen naar kunnen doorverwijzen. Ze hebben daarnaast ervaring met dezelfde situaties als de mensen die langskomen: armoede, schulden of ziekte, bijvoorbeeld.
‘Vrijwilligerswerk doet iedereen om eigen redenen’, vertelt Marjan, als er even geen bezoekers zijn. ‘Zelf doe ik het niet meer om werkervaring op te doen of door te stromen naar een baan. Werken gaat niet. Dat komt door depressies. Ik ben in het verleden het spoor echt bijster geweest. Ik heb wel geprobeerd om weer aan de slag te gaan maar dat lukte niet. Toch heb ik wel de uitdaging en voldoening nodig. Daarom doe ik vrijwilligerswerk.’
Juist door haar eigen ervaringen kan Marjan zich inleven in mensen die bij het Wijk Service Punt langskomen met een vraag of een probleem. ‘Op een gegeven moment kwam ik bijna nergens meer toe. Thuis lag een enorme berg met post, maar ik vond het vaak al moeilijk om naar de supermarkt te gaan. Die enge enveloppen maakte ik niet open. Achteraf vind ik het wel gek dat niemand me heeft gewezen op maatschappelijk werk, want die administratie levert je ook stress op, en dat is weer slecht voor de ziekte. Zo krijg je steeds meer problemen. Je moet dit soort dingen daarom snel aanpakken. Zelf had ik gelukkig financiële reserves om de boetes te betalen, maar het gebeurt ook dat mensen in deze situatie uit hun huis gezet worden zodra ze bijvoorbeeld een huurachterstand hebben.’
‘Moet ik eerst 06 intoetsen?’
‘Wat is uw e-mailadres?’ vraagt Sanaa aan Massoud, een oudere Marokkaanse man die nu naast haar aan tafel zit. Samen kijken ze naar een computer, ze proberen de declaratie voor scholierentoeslag in te dienen. Massoud heeft een dochter die in de vierde klas van de middelbare school zit. Hij leeft op bijstandsniveau en dus heeft hij recht op een scholierenvergoeding voor zijn dochter. Hij schudt zijn hoofd en zegt in het Arabisch: ‘Ik heb geen e-mailadres.’ Sanaa leest hem de vragen van het scherm voor. Massoud is zijn bril vergeten.
‘Een e-mailadres is wel verplicht’, zegt Sanaa. ‘Anders kunnen we het niet aanvragen. Kunnen we misschien het e-mailadres van uw dochter opgeven?’
‘Mag het ook later?’ vraagt Massoud.
‘Dat is niet handig’, zegt Sanaa. ‘Dan raken we alles kwijt wat we nu al hebben ingevoerd.’ Ze pakt een telefoon en vraagt of Massoud zijn dochter kan bellen zodat ze hem haar e-mailadres kan geven. Hij vraagt: ‘Moet ik eerst 06 intoetsen? En nu nog iets?’ Hij lacht als hij de stem van zijn dochter hoort. Zijn donkere baard en wenkbrauwen bewegen mee. Dan geeft hij de hoorn even door aan Sanaa, zodat zij het e-mailadres kan noteren. ‘Dankjewel, shoekran!’ zegt Sanaa opgewekt. Ze voert het e-mailadres in en maakt nog snel even een printje als bewijs dat de declaratie is ingediend. ‘Het bedrag staat binnen vijf werkdagen op uw rekening, meneer’, zegt ze. ‘Soms zelfs nog iets sneller.’
Geen stadspas
Sanaa houdt ervan mensen te helpen. Ze is opgegroeid in armoede en is net begonnen met een opleiding tot ervaringsdeskundige. Eerder heeft ze ook al veel vrijwilligerswerk gedaan. De problemen waar mensen mee komen, herkent ze wel. ‘Ook van thuis! Mijn kinderen willen precies weten hoeveel onze uitkering is. En dan willen ze nieuwe Nikes. En als ik zeg dat het niet kan, zeggen ze over anderen: “Maar zij hebben ze ook en zij hebben ook een uitkering.” Dan zeg ik maar: elk gezin leeft anders.’
Massoud, die een scholierenvergoeding kwam aanvragen, heeft een heel laag inkomen en hij heeft een bewindvoerder. Toch heeft hij geen stadspas, en ook heeft niemand hem ooit gewezen op de pc-voorziening en internetvergoeding waar zijn dochter recht op heeft, zodat ze thuis haar schoolopdrachten kan maken. Hoewel Massoud dus met verschillende hulpverleners contact heeft, heeft blijkbaar niemand overzicht over wat hij wel en niet krijgt.
Sanaa en Marjan helpen mee om de gegevens te verzamelen waarmee voorzieningen waar mensen recht op hebben kunnen worden aangevraagd. De bedoeling is dat mensen het de volgende keer zelf kunnen, maar dat lukt niet altijd. ‘Sommige mensen hebben geen computer thuis’, zegt Sanaa. ‘Of ze spreken de taal niet goed, of ze vinden het gewoon heel moeilijk om dit soort dingen in te vullen.’ Marjan vult aan: ‘Er zijn mensen die niet goed kunnen lezen, of die niet kunnen typen, maar niet iedereen is laaggeletterd. Ook hoogopgeleide migranten hebben soms heel veel moeite met toeslagen aanvragen. Als je niet met die regelgeving bent opgegroeid, is ze heel moeilijk te doorgronden.’
Wijk Service Punt is een initiatief van Stichting Doras en heeft drie vestigingen:
Beverwijkstraat 9d, elke dag van 9-12 uur
Banne Buikslootlaan 135, ma, di, do en vrij van 13.30-17 uur
Hagedoornplein 1c, ma t/m vrij van 9-12 en van 13.30-17 uur
De naam Massoud is om privacyredenen gefingeerd. Dit artikel verscheen eerder in Z!, de Amsterdamse straatkrant.