Ook gezinnen met kinderen mogen van drinkwater worden afgesloten, stelt de rechter.
Stel je voor dat er op een dag geen water meer uit de kraan komt. Als je de wc wil doortrekken, blijft het stil. Handen wassen? Rijst koken? Tandenpoetsen? Een warme douche nemen? Een flesje melk maken voor de baby? Kan allemaal niet meer als het water is afgesloten. Het gebeurt jaarlijks bij enkele duizenden huishoudens in Nederland, die om wat voor reden dan ook de waterrekening al een tijdje niet betaald hebben. Naar schatting zitten daar tussen de 500 en 750 gezinnen bij. Begin dit jaar bepaalde de rechter dat dat toegestaan blijft: ook huishoudens met kinderen mogen van drinkwater worden afgesloten.
Illustratie: Vijselaar en Sixma
‘Bij de Kinderrechtenhelpdesk van Defence for Children kwamen geregeld signalen binnen over gezinnen met kinderen die van drinkwater werden afgesloten’, vertelt Eva Huls, advocaat bij de kinderrechtenorganisatie. De meeste mensen worden heel snel weer aangesloten als ze een betalingsregeling treffen – 80 procent zelfs binnen een dag – maar een deel blijft langdurig afgesloten. Daar was ook een alleenstaande moeder met vier kinderen bij, en een gezin met een baby. En een gezin dat op school ging douchen.
‘We hoorden verhalen van mensen die water uit de sloot moesten halen om de wc door te spoelen. En van mensen die in het buurthuis water moesten tappen omdat dat thuis niet meer uit de kraan kwam’, zegt Eva Huls. ‘Dat is volgens ons in strijd met de kinderrechten en met verschillende internationale mensenrechtenverdragen. Daarom heeft Defence for Children samen met het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (NJCM) een rechtszaak aangespannen tegen de twee waterbedrijven waarover het ging: Dunea en PWN.’
Lees hieronder het volledige artikel, maar eerst nog even dit:
Steun mijn werk
Onafhankelijke journalistiek heeft zijn prijs. Wil je mijn werk steunen? Dan kun je via de knop hieronder een kleine donatie doen. Alvast veel dank!
Absoluut minimum: 20 liter water per dag
De organisaties klaagden ook de Nederlandse staat aan. Volgens wereldgezondheidsorganisatie WHO heeft een mens 50-100 liter water per dag nodig om in goede gezondheid te blijven. Het absolute minimum is 20 liter: genoeg om te drinken, voedsel te bereiden en je handen en gezicht te wassen. Dan heb je de wc nog niet doorgespoeld (ongeveer 33 liter per dag), nog geen douche genomen (zo’n 64 liter), geen kleding gewassen en het huis niet schoongemaakt.
Ieder kind heeft bovendien ‘onvoorwaardelijk en zelfstandig’ recht op drinkwater. Dat volgt volgens Defence for Children en het NJCM onder meer uit het VN-Kinderrechtenverdrag en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Kinderen hebben geen invloed op beslissingen van hun ouders, maar ondervinden wel de gevolgen ervan: een gebrek aan schoon drinkwater is schadelijk voor de gezondheid en ontwikkeling. De staat weet dat, en weet ook dat kinderen soms geen toegang hebben tot schoon drinkwater. Toch doen ze geen poging om dat op te lossen, terwijl de staat volgens Huls in het belang van het kind zou moeten handelen.
‘Natuurlijk moet je betalen wat je gebruikt, dat begrijp ik ook wel. Maar deze mensen hebben gewoon echt geen geld’
Defence for Children en het NJCM pleitten voor een verbod op het afsluiten van drinkwater bij kinderen. Maar de rechter stelde hen niet in het gelijk. Ouders zijn verantwoordelijk voor het welzijn van kinderen, zo luidde de conclusie, en zij moeten ervoor zorgen dat het gezin niet afgesloten wordt. Dat is niet de taak van de overheid. Daarnaast wordt volgens de rechter in mensenrechten- en kinderrechtenverdragen nergens letterlijk een recht op drinkwater genoemd. Als het water wordt afgesloten, kan iemand bovendien op andere openbare plekken, zoals de meer dan tweeduizend openbare tappunten in Nederland, gemakkelijk aan schoon drinkwater komen.
In de grondwet
Begin dit jaar kwam het VN-Kinderrechtencomité met een aantal aanbevelingen om de kinderrechten beter te waarborgen in Nederland. Huri Sahin is voorzitter van het Kinderrechtencollectief. Het belangrijkste probleem volgens haar: ‘Nederland doet soms alsof het Kinderrechtenverdrag meer een zaak van ngo’s is. Terwijl zulke verdragen gewoon onderdeel zijn van onze nationale rechtsorde. Dat staat in de grondwet.’
Sahin: ‘Er zijn ook een paar principiële punten waar wij kritisch over zijn. Zo kunnen kinderen in Nederland niet zelfstandig een klacht indienen bij het VN-Kinderrechtencomité. Ook is Nederland het enige land dat weigert artikel 26 te onderschrijven: daarin staat dat kinderen het recht hebben op individuele financiële zekerheid. Nederland vindt dat ouders hiervoor verantwoordelijk zijn, maar dat blijkt in de praktijk niet te werken. Kijk maar naar de toeslagenaffaire: als je als ouder als fraudeur wordt aangemerkt, heb je geen recht meer op toeslagen of uitkeringen. Dan kun je op een gegeven moment dus ook je waterrekening niet meer betalen.
Toegang tot drinkwater mag niet afhankelijk zijn van de financiële situatie van ouders. Kinderen die in armoede leven zijn per definitie al extra kwetsbaar, en worden door zo’n ingreep blootgesteld aan gezondheidsrisico’s. De overheid moet het belang van het kind vooropstellen, en niet dat van waterbedrijven.’
Spoedbetaling vanuit de kerk
De Haagse wijkwerker Neo de Bono kan er met zijn pet niet bij dat afsluiten van drinkwater nog steeds gebeurt. ‘Moet je nagaan hoe ingrijpend dat is’, zegt hij. En nog veel erger als er kleine kinderen of pubers in huis zijn. ‘Het is gewoon een grof schandaal en een mensenrechtenschending. Punt.’
De Bono ‘woont, werkt en kerkt’ in Moerwijk, een wijk met veel armoedeproblematiek. Hij is actief voor verschillende buurtinitiatieven, waaronder de Moerwijk Coöperatie en Geloven in Moerwijk, een nieuwe kerk in de wijk. Daardoor is hij een bekend gezicht in de wijk.
‘In Amsterdam lijkt het preventiebeleid bij schulden beter dan in Den Haag. Vanuit kinderrechtenperspectief zou zo’n verschil niet mogen bestaan’
‘Het gebeurt niet heel vaak, maar in de afgelopen jaren is bij ons een keer of vijf het water bij iemand thuis afgesloten’, vertelt De Bono. ‘Daar waren gezinnen met kinderen bij. Schoorvoetend kloppen ze dan bij ons aan. Ze vertellen het aan niemand tot ze geen kant meer op kunnen. Maar wij zijn buren, we wonen in dezelfde wijk, dus tegen ons durven ze het dan uiteindelijk wel te zeggen.’ De Bono klimt dan direct in de telefoon. ‘Natuurlijk moet je betalen wat je gebruikt, dat begrijp ik ook wel. Maar deze mensen hebben gewoon écht geen geld. En dat moet ik dan aan zo’n drinkwaterbedrijf uitleggen. Soms moet ik veel bombarie maken. Ik beloof dan dat ik vanuit de kerk een spoedbetaling doe en ik stuur direct een screenshot daarvan op. Dan zijn mensen meestal binnen 24 uur wel weer aangesloten. Maar we moeten dus behoorlijk wat druk zetten.’
Meeste meldingen uit Den Haag
In veel gemeenten komen nauwelijks signalen binnen van gezinnen die zijn afgesloten. Zo geven armoedeorganisaties in Utrecht, Rotterdam, Leiden en Amersfoort aan dat ze geen gevallen kennen waarin dit is gebeurd. Ahmed el Mesri, oprichter van de Amsterdamse stichting Assadaaka die zich inzet voor mensen die in armoede leven, zegt: ‘We doen er alles aan om te zorgen dat mensen niet in deze positie terechtkomen. Dat is ons werk. Als we horen dat er misschien zoiets als een afsluiting gaat spelen, zorgen we dat de betalingsachterstand direct wordt aangepakt. En liefst zijn we er nog eerder bij.’ De Amsterdamse kinderombudsman laat weten dat er bij het instituut maar één geval is gemeld, en dat was niet in Amsterdam maar in Almere.
In Den Haag is het een ander verhaal. Daar komen ook de meeste meldingen over dit onderwerp bij de Kinderrechtenhelpdesk vandaan. Eva Huls: ‘In Amsterdam lijkt het preventiebeleid sterker. Daar worden schulden eerder overgenomen en dat leidt tot minder problematiek. Eigenlijk wel schokkend dat er in zo’n klein land dus zoveel ongelijkheid is: afhankelijk van je woonplaats heb je meer of minder kans om met een waterafsluiting te maken te krijgen. Vanuit kinderrechtenperspectief is dat heel vreemd: zulke verschillen zouden niet mogen bestaan.’
Het oude beleid is hervat
Drinkwaterbedrijven zijn verplicht een afsluitingsbeleid te voeren, vertelt Arie Spruit, woordvoerder van het aangeklaagde drinkwaterbedrijf Dunea. Voordat het zover komt dat het bedrijf tot een afsluiting moet overgaan, is al meerdere keren geprobeerd contact te krijgen met de wanbetaler. Mensen krijgen een aanbod voor een betalingsregeling en voor een schuldhulpverleningstraject. De rekeningen zijn dan meestal al opgelopen tot boven de 300 euro. Zit iemand al in een schuldhulptraject of gaat het om mensen met een kwetsbare gezondheid of bijvoorbeeld zwangere vrouwen, dan wordt er niet tot afsluiting overgegaan. Dat is een uiterste maatregel. Defence for Children probeerde al om kinderen per definitie onder de kwetsbare burgers te laten vallen, maar dat werd niet toegestaan.
‘We hebben geen informatie over de gezinssamenstelling’, zegt Spruit. ‘Dat mag niet vanwege de privacywetgeving. Maar als onze medewerkers tijdens een huisbezoek signalen krijgen dat er kinderen wonen, bijvoorbeeld speelgoed in de tuin of voor de deur op de galerij, wordt er altijd in samenspraak met de klant naar een alternatieve oplossing gezocht. Dunea gaat dan niet over tot afsluiting van drinkwater.’
‘Je gaat er dan van uit dat mensen uit onwil niet betalen. Dat is een vermoeden. Onderliggende berekeningen zijn er niet’
Maar bij de Kinderrechtenhelpdesk en bij maatschappelijke organisaties in Den Haag zijn wel degelijk gevallen bekend waarin het water alsnog is afgesloten.
Aan het begin van de coronapandemie hebben drinkwaterbedrijven gezamenlijk afgesproken om omwille van de volksgezondheid tijdelijk geen mensen af te sluiten. De betalingsverplichting verviel niet, die werd alleen doorgeschoven. Inmiddels is het oude beleid weer hervat. Om te zorgen dat mensen niet volledig zonder water zitten, krijgen ze per persoon een jerrycan met twaalf liter water van het waterbedrijf. Dat moet dan genoeg zijn om vier dagen lang in de eerste levensbehoefte te voorzien. Maar drie liter per dag is natuurlijk alleen genoeg om te drinken. Alle andere dingen waar je water voor nodig hebt, zoals douchen, schoonmaken, wassen of de wc doortrekken, zijn daarmee niet mogelijk.
Grensvlak van internationaal en Europees recht
‘Wij vinden dat de rechter geen juiste uitleg geeft van het internationaal en Europees Recht’, vertelt Eva Huls van Defence for Children. ‘Daarom gaan we ook in hoger beroep. Deze zaak speelt zich af op het grensvlak van het internationale verdragenrecht en Europese wet- en regelgeving. Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, het Kinderrechtenverdrag, het Sociaal Handvest en de Drinkwaterrichtlijn spelen allemaal mee. En wij willen uitleggen hoe je dat recht volgens ons moet interpreteren.’
De rechter concludeert dat er niet zoiets is als een ‘absoluut recht’ op drinkwater. Eva Huls geeft aan dat er gediscussieerd wordt over de interpretatie van dat recht. ‘Je moet het in de context zien: het Kinderrechtenverdrag is het meest geratificeerde verdrag ter wereld. Als het om zoiets als het recht op drinkwater gaat, maakt het nogal wat uit of je bijvoorbeeld in Nigeria woont of in Nederland. Met de drinkwatersystemen die wij hebben, kun je andere dingen verwachten. Het recht op drinkwater wordt wel genoemd in het Kinderrechtenverdrag, maar is mede “afgeleid” van andere rechten, zoals het recht op een goede gezondheid. De economische ontwikkeling van een land speelt mee in de interpretatie van zo’n verdrag, en wij vinden dat de rechter een te nauwe interpretatie heeft gegeven.’
Niet nagedacht over een alternatief
Een andere overweging van de rechter is dat je niet kunt verwachten dat de staat kinderen behoedt voor slechte keuzes die de ouders maken. ‘Dat is een vreemde overweging, want als ouders in andere gevallen slechte keuzes maken, dreigt in het uiterste geval uithuisplaatsing. Dan grijpt de staat dus wel degelijk in. Helaas heeft de staat er niet toe willen overgaan om kinderen per definitie als “kwetsbaar” aan te merken, want dan zou het water bij gezinnen niet meer afgesloten kunnen worden. Maar volgens het verweer zou dat ertoe leiden dat ouders de waterrekening niet meer betalen en dan zou de hele infrastructuur onbetaalbaar worden. Dan ga je er dus van uit dat mensen uit onwil niet betalen. Dat is een vermoeden. Onderliggende berekeningen zijn er niet. Wat wij in feite zien, is betalingsonmacht: het gaat hier echt om gezinnen die in armoede leven. Mensen die plotseling met een ontslag, echtscheiding of faillissement worden geconfronteerd. Dat zijn dus ouders die in financiële stress zitten. Ouders die misschien wantrouwend zijn jegens de overheid. Ouders die de post niet openmaken. Daarvoor is dit echt een snoeiharde maatregel en er wordt niet eens serieus nagedacht over een alternatief. Wij zien niet hoe het belang van het kind hierin wordt meegenomen. Daar gaan we in het hoger beroep verder op in.’
Voorbeelden uit Engeland en Frankrijk
Alternatieven zijn er namelijk wel. Landen om ons heen, zoals Engeland en Frankrijk, sluiten al geen drinkwater meer af. Betaal je de rekening niet, dan kun je uiteindelijk wel te maken krijgen met maatregelen, maar dan komt er bijvoorbeeld beperkt water uit de kraan, of alleen koud water. Dat maakt een afsluiting een stuk minder ingrijpend voor kinderen, en eigenlijk voor alle betrokkenen. Daarnaast kun je je afvragen: zijn er andere manieren om te zorgen dat mensen de rekeningen betalen, die minder ingrijpend zijn dan een afsluiting?
Arie Spruit van Dunea: ‘We realiseren ons heel goed dat drinkwater een eerste levensbehoefte is. Afsluiten is het laatste wat we willen en we doen er alles aan om dat te voorkomen. Maar drinkwater wordt nu eenmaal niet kosteloos gemaakt en geleverd. Het standpunt van Defence for Children heeft ons wel aan het denken gezet. Wat kunnen wij nog meer doen om te voorkomen dat – in bredere zin – kwetsbare mensen worden afgesloten? Daar blijven we actief naar zoeken. We werken nu ook al samen met gemeenten, maar bijvoorbeeld ook met andere netbeheerders op het gebied van vroegsignalering en schuldhulpverlening. Als we samen een slag kunnen verbeteren, staat Dunea hier zeker voor open. We werken aan nieuw beleid met een grotere rol voor preventie en maatschappelijk verantwoord incasseren, waarbij we uiteindelijk streven naar nul afsluitingen.’
Ondertussen strijden de Moerwijkers hun eigen strijd. Dreigt er een afsluiting? De wateraansluiting zit binnen, achter de voordeur. ‘Doe de deur niet open’, waarschuwen ze elkaar. Want zo’n monteur mag niet binnenkomen als er niet open wordt gedaan, en de politie heeft meer dan genoeg te doen en zal hiervoor niet komen. ‘Wij wonen in Den Haag, de “internationale stad van vrede en recht”’, zegt Neo de Bono, ‘maar dat is het alleen op papier, hoor. In Moerwijk blijkt dat verder nergens uit. Hier wonen veel mensen die niet snappen hoe het systeem werkt, mensen die het gevoel hebben dat ze nergens invloed op hebben en die daarbij te weinig worden geholpen.’
Defence for Children en het NJCM werken aan het hoger beroep. De zaak komt volgend jaar, waarschijnlijk net voor de zomer, voor het Hof. Eva Huls: ‘Hoe goed het ook klinkt om meer preventief te werk te gaan, tegelijkertijd worden gezinnen en kinderen nog steeds van het water afgesloten. Uiteindelijk is het ook een morele discussie: willen wij nou echt in Nederland dat kinderen met een jerrycan naar een watertappunt moeten lopen?’
Dit artikel verscheen in november 2022 in Wordt Vervolgd, het onafhankelijke blad van Amnesty International.