Deze week in De Groene Amsterdammer: ervaringsdeskundigen in armoede gebruiken hun kennis en ervaring om anderen te helpen. Met o.a. het indrukwekkende verhaal van Heidi van der Laan uit Nieuwe Pekela.
Zij kon na haar opleiding aan de slag bij welzijnsinstelling De Badde in de gemeente Pekela. Dat zij ‘uit dezelfde wereld’ komt, zien mensen in één oogopslag, zegt ze. ‘Ze weten het. Je hoeft het meestal niet eens iets te zeggen en dan hebben ze het al gemerkt. Ik stap anders naar binnen en ik heb het dialect ook mee. Dat hebben veel hulpverleners niet.’
Zelf herkent ze ook het gedrag van de mensen die ze bezoekt: voortdurend over de schouder kijken, schrikken van iedere autodeur die dichtslaat, van de telefoon die rinkelt of de deurbel die gaat. Mensen vertellen haar soms meer dan ze in jaren aan professionals hebben verteld. Een deel van hun schaamte valt weg als ze in de gaten hebben dat ze naast iemand zitten die het ook heeft meegemaakt. Minder dan de gemiddelde hulpverlener hoeft Van der Laan bezig te zijn met uren en doelstellingen. ‘Ik kan soms een uur met iemand kletsen, luisteren, er voor iemand zijn. Dat kan net het zetje zijn dat iemand nodig heeft. En ik kan directer zijn zonder dat het bedreigend overkomt.’