Z!

Leven met de wereld om je heen

Voor straatkrant Z! schrijf ik een serie portretten van moderne nomaden: mensen die er bewust voor kiezen niet op een vaste plek te wonen, maar altijd onderweg te zijn. Voor deze eerste aflevering ging ik op bezoek bij Daan en Maaike, die met hun twee kinderen Fenna (2) en Alba (0) op een schip wonen en door Nederland trekken. 

Leven met de wereld om je heen 

De wind moet goed staan. Anders kun je met een zeilschip net zo goed niet vertrekken. Liever twee dagen wachten, dan tegen het slechte weer in beuken en heel veel energie verspillen. ‘Tegen de stroom in gaan heeft geen enkele zin,’ zegt Daan Zuijderwijk. En hij kan het weten. Samen met Maaike Vergouwe, hun twee kinderen Fenna (2) en Alba (0) en twee honden woont hij op een antieke tjalk uit 1897. Het gezin heeft geen vaste ligplaats, maar trekt met het schip langs de Nederlandse havens, en legt nu eens hier dan weer daar aan. Vorige week waren ze nog in Breukelen, en nu liggen ze met hun antieke zeilschip Saudade in de haven van Den Helder. Wanneer ze het anker weer lichten? Dat weten ze nog niet. Als ze ergens anders heen willen, en als het weer goed is.

Op voormalig marineterrein Willemsoord staan de vlaggen strak in de wind. Het water rimpelt als een schip van de Koninklijke Nederlandse Reddingsmaatschappij geruisloos de haven uit glijdt. Mensen die met hun hond langs de kade lopen, duiken diep weg in hun jassen. Het is een gure dag, zo vlak bij de zee.

In de buik van de Saudade is daar niets van te merken. Een houtkachel verwarmt de leefruimte en verspreidt een aangename geur. De woonkamer is niet groot, maar heeft door de vormen van het schip iets beschuts. Licht valt door kleine scheepsraampjes naar binnen, en toont hoe ieder plekje een eigen bestemming heeft. ‘Juist omdat je een kleine ruimte hebt, denk je goed na over wat je precies nodig hebt en hoe dat eruit moet zien,’ vertelt Daan. De inrichting sprokkelde hij bij elkaar: de smalle bankjes die rond de houtkachel staan, komen uit een oude kerk, kastdeurtjes vond hij in een container, en de badkuip is de cockpit van een F-16. Aan de muren hangen schetsen van tuigage: de zeilen voor een nieuw schip. Daarnaast foto’s van bijzonder uitgelichte planten, eigen werk van het fotografenduo dat de relatie tussen mens en natuur onderzoekt. Daan: ‘Doordat we op een schip wonen zijn we steeds bezig met de ruimte om ons heen en met de factoren die ons beïnvloeden, zoals het weer en de getijden. Ik denk dat het voor iedereen goed zou zijn om meer met de wereld om ons heen te leven.’

Is het schip helemaal zoals jullie willen?

Daan: ‘Een schip is eigenlijk nooit af. We zijn voortdurend bezig om alles te onderhouden en zo goed mogelijk vorm te geven. De keuken heeft al op zes verschillende plekken gestaan, net als de eettafel.’

Maaike: ‘Het is niet luxe, maar het is nu wel heel anders dan toen we er net op gingen wonen. Toen waren de muren niet afgetimmerd en keek je zo tegen de isolatie aan.’

Daan: ‘Ja, toen ik het schip in 2000 kocht, was het een kale, stalen bak. Ik heb een half jaar op de werf gewerkt om het staalwerk op te knappen, de motor aan te sluiten en de mast erop te zetten. Toen kon ik pas varen. Eigenlijk kon ik toen nog niet heel goed lassen en timmeren. Je leert enorm veel van klussen aan zo’n schip, maar dat heeft ook een nadeel: je wordt overal steeds beter in. We zitten nu bij wijze van spreken nog tegen versie 1.0 aan te kijken, terwijl we eigenlijk al bij versie 1.4 zijn.’

Dat hij met zijn gezin op het schip door Nederland zou zwerven, had Daan bij de aankoop niet kunnen denken. Een vaste plek in een historische haven had meer voor de hand gelegen. Maar al vrij snel bleek dat een schip voor een plek in zo’n haven aan allerlei eisen moet voldoen. Speciale toelatingscommissies kwamen langs om het schip te beoordelen. Maaike: ‘Dat voelde niet goed. Alsof je schip een museum is.’ Daan knikt. ‘Dat wilden wij helemaal niet. We wilden varen en het schip opknappen. Natuurlijk hebben we wel gekeken naar hoe het er ooit heeft uitgezien, maar het moest ook praktisch bruikbaar zijn. Dat wordt in zulke havens eigenlijk wel onderschat, vind ik: niet alleen het uiterlijk heeft historische waarde. Die oude technieken die je gebruikt, zijn ook heel waardevol, net als het echt gebruiken van zo’n schip. Dat was het moment dat we ons afvroegen: waarom gaan we niet gewoon varen?’

 

En toen?

Maaike: ‘Dat bleek ook te kunnen. Er zijn in Nederland gebieden waar je drie dagen, 72 uur, mag blijven liggen met een schip. Op andere plekken mag je langer blijven. We hebben bijvoorbeeld al langere tijd in Vinkeveen gelegen, een winter doorgebracht in Spakenburg en een zomer in Gouda.’

Daan: ‘Ik had nooit gedacht dat ik alle vastigheid zou opgeven. Ik zou alleen maar denken: hoe moet dat dan? Hoe werkt dat dan? Inmiddels hebben we geleerd dat we niet weten hoe nieuwe dingen werken. We vinden het wel uit door het te proberen. De onzekerheid die we nu hebben doordat we geen vaste ligplaats hebben en doordat we iets doen wat verder weinig mensen doen, is voor ons een kwaliteit geworden. De vrijheid weegt op tegen de onrust. Vanochtend vroeg iemand nog of we nou voorlopig in Den Helder blijven. Voor hoe lang? Dat weten we dus niet. Zo proberen we niet meer te denken. We proberen dat langetermijndenken uit te schakelen en te zeggen: we zien wel.’

 

Wat vinden jullie het mooiste aan wonen reizen op een schip?

Maaike: ‘Het is heel bijzonder dat je je op een andere manier gaat verhouden tot ‘buiten’. Toen we laatst naar Den Helder voeren, had ik een middagdutje gedaan. Toen ik wakker werd, hoorde ik aan de geluiden van buiten waar we waren. Dat komt ook doordat ons reistempo heel laag is. Wij hebben laatst anderhalve dag gedaan over de tocht van Breukelen naar Muiden. Dat is ongeveer dertig kilometer. Wij vinden dat een prettig tempo. Ken je de uitdrukking “de ziel reist te paard”?’

Daan: ‘Vroeger hebben we rondgetrokken met campertjes, maar dat ging me te snel. Ik had het gevoel dat het langzamer moest. Volgens mij werkt het zo: je kunt ergens een uur over doen en dan kun je die dag nog twintig andere dingen doen. Je kunt er ook een dag aan besteden, en dan wordt het een ervaring die je nooit meer vergeet. De keren dat ik met de auto naar Den Helder ben gereden herinner ik me niet meer, maar alle keren dat ik met de boot ben geweest, staan op mijn netvlies gegrift.’

Maaike: ‘Daarom varen wij ook veel liever over de Vecht dan over het Amsterdam-Rijnkanaal, terwijl het kanaal een veel snellere verbinding is.’

Daan: ‘Maar het is een soort snelweg voor boten. Voor bootjesmensen een van de onvriendelijkste plekken in Nederland. Mensen varen er knetterhard, en met ons schip krijg je dan het gevoel dat je met je fiets op de snelweg rijdt. Het is een grote bak, rechttoe rechtaan, eindeloos rechtdoor. Een zielloze plek.’

Maaike: ‘We hebben de tijd nodig om ergens te komen, dus we proberen ons leven zo in te richten dat we veel tijd hebben.’

 

Hoe doen jullie dat?

Daan: ‘We leven relatief eenvoudig, we hebben weinig luxe spullen en gaan nooit op wintersport. Als je veel geld nodig hebt, moet je veel werken, en daarmee breng je op een gegeven moment alles in de knel. Wij hebben niet zo veel geld nodig, en daardoor hebben we meer tijd. Maar ook dat blijft zoeken naar een balans, want het moet wel comfortabel blijven.’

Is nomadisch leven voor jullie ‘natuurlijk’?

Daan: ‘Voor ons is het geen zoektocht naar de oerstaat. We gaan niet terug naar honderd jaar geleden, maar vooruit. Dit is ons toekomstbeeld. Wij zijn al ‘losgekoppeld’ en het feit dat alles langzamerhand draadloos wordt, zal het wel veel gemakkelijker maken om redelijk autonoom te leven. We proberen dicht bij de natuur te leven, maar dat kan alleen dankzij de techniek.’

Waar voelen jullie je thuis?

Maaike: ‘Ik voel me op De Vecht wel echt thuis. We zijn daar ook veel geweest omdat we er een fotografieproject hebben gedaan.’

Daan: ‘De meest fantastische plek is bij een zijtak van de Vecht, misschien moeten we dat niet vertellen. Daar is een oud zandwinningsgebied. Het is overal dichtbij, maar je kunt er over land alleen met de fiets komen. We hoeven dus niet bang te zijn dat de honden overreden worden, en we vinden er rust, superhelder water, ijsvogels op de boot… het is een heel bijzondere plek. In zo’n omgeving word ik gelukkig.’

Zijn jullie eigenlijk gehecht aan Nederland?

Daan: ‘We hebben een nieuw schip gekocht, waar we hopelijk over een jaar of twee op gaan wonen. Het is een kotter, die ook de zee op kan. Misschien varen we dan bijvoorbeeld naar Scandinavië, om nog meer die rust en ruimte en natuur op te zoeken. Ik denk dat dan wel zal blijken of we aan Nederland gehecht zijn. We moeten dan ook overwegen of we onze kinderen op een vaste plek willen laten opgroeien en naar school gaan, of op het schip. We willen echt kijken wat voor hen het beste is.’

Wat zijn de grootste uitdagingen voor moderne nomaden?

Daan: ‘Hoe overleef je? Waar haal je je inkomen vandaan? Gelukkig zijn wij als fotografen niet echt aan een plek gebonden, maar ook op fotografiegebied gebeurt het meeste in de Randstad. Daar zijn galeries, daar is ons printlab, daar hebben we soms opdrachten. En daarbij: de wereld is ingericht op mensen die op een plek verblijven. School, de huisarts, en je kunt je ook niet bij een gemeente inschrijven als ‘nomade’. Daardoor moeten wij overal uitleggen waarom Maaike en ik verschillende postadressen hebben, maar wel samenwonen. Het zou goed zijn als ‘nomade’ een nieuwe wettelijke status zou worden. Maar ik denk dat de regering daar heel onrustig van wordt. Mensen worden dan onvindbaar, en over mensen die onvindbaar zijn heb je geen controle.’

 

Op de werf in Den Helder, niet ver van de Saudade, ligt de nieuwe kotter van Daan en Maaike. Onder een wapperend grijs zeil wordt het schip stap voor stap opgeknapt. Daan vervangt het slechte hout van de reling, knapt het dek op en gaat binnenkort de stuurhut verlagen. Hij ademt diep in als hij door een gat in het plastic zijn toekomstige woonschip opstapt. De geur van eik en teer, van het vlas dat tussen het hout gebreeuwd wordt. Dit schip is zeewaardig, heeft een zwaardere motor dan de Saudade, is breder en dieper. Het krijgt meerdere kleine zeilen, waarmee je per windsituatie de beste combinatie kunt maken om de perfecte balans in het schip te zoeken. Dit is schip 2.0.

Wat gebeurt er met de Saudade als jullie op dit schip gaan wonen?

Daan: ‘Dan gaat de Saudade verder met andere mensen. Mijn ziel en zaligheid zitten in dat schip, dus het moment zelf zal misschien wel even lastig zijn. Maar het schip is al oud en veel mensen hebben het al gebruikt. Als nomade word je je wel bewust van de tijdelijkheid der dingen, van het feit dat je maar een onderdeel van de geschiedenis bent. Een schip kan niet twee jaar blijven liggen als je er niets aan doet. Een schip moet gáán. Als je het niet gebruikt, verdwijnt er iets. Dan haal je het leven eruit.’