Z!

Boekie en zijn buddy

Esther van der Meer (28) was vrijwilligster bij project Buddyzorg van De Regenboog Groep. Ze trok een jaar op met Boekie Crispijn (50), die in de woonvoorziening van HVO Querido op IJburg woont. ‘Dankzij Esther ben ik eindelijk volwassen geworden.’

 

Esther: ‘Ik werkte vier dagen in de week op kantoor bij een payrollbedrijf. Hartstikke leuk, maar wel commercieel. Eigenlijk wilde ik ook iets zinvols doen voor de samenleving. Ik was nog nooit met dak- en thuislozen in aanraking gekomen, maar was er wel heel erg in geïnteresseerd. Via internet las ik over het buddyproject van De Regenboog Groep.’

Boekie: ‘In het opvanghotel in Osdorp sprak ik de coördinator Buddyzorg. Ik heb hem gevraagd of hij voor mij een buddy wilde regelen. Ik had dat al eerder geprobeerd, maar omdat ik heroïne verslaafd was kon dat toen niet; inmiddels ben ik anderhalf jaar clean.’

 

Eerste afspraak

Esther: ‘Ik wist dat Boekie net was afgekickt van de heroïne, dat hij manisch depressief was en een aantal keer een psychose had gehad. Toen ik hem voor het eerst zag, zat hij in Osdorp. Volgens mij heb ik drie kwartier in de tram gezeten om daar te komen. Het was lang geleden dat ik zó zenuwachtig was! Ik weet nog dat ik binnenkwam en dat ik het een beetje armoedig vond. Een beetje oud, niet zo schoon en verzorgd. Toen Boekie de deur van zijn kamer opendeed sloeg een dikke sigarenwalm in mijn gezicht. Zijn hele kamer stond blauw. We gaven elkaar een hand, keken elkaar eens aan en toen dacht ik: ja, dit voelt goed. Alle spanning die ik had, verdween.’

Boekie: ‘Er werd aan mijn deur geklopt en daar stond de coördinator met achter hem Esther. Ik kreeg van haar de meest krachtige handdruk die ik ooit van een vrouw gehad heb en ik wist meteen dat het goed zat.’

Esther: ‘We hebben een kwartiertje op zijn kamer gezeten. Boekie gaf heel duidelijk aan dat hij geïsoleerd was geraakt en dat hij bijna niet meer buiten kwam. Hij zocht iemand die hem mee eropuit zou nemen. Een luisterend oor. Iemand die een beetje met hem mee zou gaan maar hem ook met beide benen op de grond zou houden.’

Boekie: ‘Esther heeft me in dat jaar op heel veel verschillende locaties meegemaakt en mij daar steeds weer opgezocht. Ik zat een week gedetineerd en een tijd in de Mentrumkliniek, voordat ik naar de woonvoorziening van HVO Querido verhuisde, waar ik nu nog steeds woon. Ze moest met de trein vanuit Hilversum naar Amsterdam, en daarna vaak nog een flink end met de tram reizen. En toch heeft ze nooit een afspraak gemist, ook niet wanneer het een dag vreselijk weer was.’

 

Leuke dingen doen

Esther: ‘In de eerste periode hebben we elkaar leren kennen. Boekiekwam voor het eerst in jaren weer op terrasjes, waar we koffie gingen drinken en taart eten. Of we haalden een broodje haring. Ik was heel nieuwsgierig naar zijn leven. Wat kan ik hem vragen? Wat wil hij vertellen? Kan ik ergens mee helpen? We hebben ook een goed gesprek gehad over zijn drugsgebruik, omdat ik graag wilde weten hoe dat zat. Boekie is een bijzondere verschijning, dus we hadden altijd aandacht en bekijks. Hij is een beetje een punker. Soms stond zijn haar recht overeind of was er een stuk kaalgeschoren. Als er iets raars gebeurde, vond hij dat prachtig. Ging hij heel hard schreeuwen alsof hij gek was, of hij zette mij voor gek in de tram. We konden heel erg met elkaar lachen.’

Boekie: ‘We lijken niet echt op elkaar, behalve misschien dat we allebei iets hebben met de horeca; zij van het schenken en ik van het innemen. Vroeger dronk ik elke dag anderhalve liter tequila. Ik dronk tot ik inspiratie had voor mijn gedichten en korte verhalen.’

Esther: ‘Boekie heeft enorm veel humor en zelfspot. Hij is helemaal niet materialistisch en maakt overal het beste van. Hij ziet zichzelf niet als slachtoffer. Verder is Boekie heel creatief: hij kalligrafeerde veel en werkt nu met mozaïek, hij leest en schrijft graag. Met kunst heb ik niet zo veel, dus dat hadden we niet gemeen. Hij heeft me wel een heel mooi mozaïekkunstwerk gegeven.’

Boekie: ‘De afspraken met Esther gingen vooral om samen leuke dingen te kunnen doen. Zij kwam dan meestal met een idee. Zo zijn we een keer naar de Ming-tentoonstelling in de Nieuwe Kerk geweest. Om samen naar de film te gaan was een idee van mij en Esther had kaartjes gereserveerd. We stonden netjes op tijd in de rij bij Pathé de Munt, maar we bleken bij de verkeerde bioscoop te staan; ze had kaartjes bij Pathé Arena gereserveerd. Bij de Munt was het helemaal uitverkocht dus zijn we maar naar de Burger King gegaan. Daar heeft ze toen een foto van mij gemaakt waar ik compleet tevreden op sta. Een hele mooie foto.’

Esther: ‘Vroeger ging hij vaak met zijn adoptiemoeder naar de Burger King, een hamburger eten achter het raam. Haar overlijden, een paar jaar geleden, heeft hem heel erg aangegrepen. Daar hebben we fijne gesprekken over gevoerd. Boekie had als grote wens om nog een keer naar haar graf in Friesland te gaan.’

Boekie: ‘Mijn adoptiemoeder heeft vijf jaar geleden een hersenbloeding gehad. Haar laatste woorden waren voor mij; ze zei dat ze zielsveel van mij hield. Ze is in Amsterdam gecremeerd en haar as is bijgezet in het familiegraf in Friesland waar ze oorspronkelijk vandaan kwam. Ook mijn adoptievader, die vijf jaar voor mijn moeder overleden is, ligt daar begraven. Ik was nog nooit bij hun graf geweest en samen met Esther ben ik daar heen gegaan. We gingen op een stormachtige dag, terwijl de regen met bakken uit de hemel viel, met de trein naar Friesland. We liepen door het dorp op zoek naar de begraafplaats en kwamen langs een autogarage waar we een aardige man troffen. Met zwaar Fries accent legde hij ons uit waar we het kerkhof konden vinden. Op weg naar het kerkhof begon het nog harder te regenen. Het was even zoeken want de tekst op de grafsteen was bijna onleesbaar geworden. Ik had een klein molentje meegenomen waar Amsterdam op stond en dat heb ik op het graf gezet. Helemaal verregend zaten we op de terugweg in de trein maar het voelde goed dat ik dit gedaan heb. Later kwamen pas de emoties. Volgende zomer wil ik nog eens gaan en dan neem ik een schuurspons en schoonmaakmiddel mee om de tekst op het graf weer leesbaar te maken.’

Esther: ‘Het is mooi dat we dit samen hebben kunnen doen om het voor hem af te sluiten.

 

Wijzer geworden

Esther: ‘Boekie heeft me geleerd om zekerheden op te geven. Op een gegeven moment had hij nog maar vijf euro. Hij had z’n sigaartje en z’n jointje al binnen. Een medebewoner vroeg hem toen of hij wat geld te leen had. Toen heeft hij hem die vijf euro gegeven en had hij zelf helemaal niks meer. Iemand die heel dicht bij mij staat had op dat moment grote financiële problemen. Zelf had ik wat spaargeld, ‘voor als er ooit wat zou gebeuren’. Na dat verhaal van Boekie is er bij mij een knop omgegaan en heb ik al mijn spaargeld uitgeleend. Ik heb het nog steeds niet allemaal terug, maar dat interesseert me niet meer. Dat heb ik van Boekie geleerd.’

Boekie: ‘Mijn biologische moeder kreeg toen ze vijf maanden van mij zwanger was te horen dat haar vriend, die haar uit de prostitutie zou halen, was overleden in Zuidoost Azië. Hij was een groene baret, militair in het commando korps. Mijn moeder is als reactie hierop als een bezetene grote hoeveelheden drugs gaan gebruiken om mij dood op de wereld te laten komen. Ze beviel van mij op de Wallen in het peeskamertje waar ze werkte, liet me daar voor dood achter en is vertrokken. Maar omdat ik door het drugsgebruik van mijn moeder eveneens verslaafd was geworden, werd ik geboren in een cold turkey (cold turkey is een afkickmethode waarbij abrupt wordt gestopt met het gebruik van de drugs waar de persoon verslaafd aan is – red.). Dan wil je schreeuwen en zo begon ik alsnog te ademen. Dat hoorden de andere meisjes in de peeskamertjes; ze hebben me het hele weekend horen huilen. Uiteindelijk hebben een paar jongens van politiebureau Warmoesstraat mij gevonden.

Toen ik zeven maanden oud was ben ik geadopteerd en die dag zie ik als mijn eigenlijke geboortedatum, de dag dat mijn leven begon. Vanaf mijn vierentwintigste ging alles mis en ben ik stil blijven staan in mijn ontwikkeling. Esther heeft voor mij een wedergeboorte op gang gezet, dankzij haar ben ik eindelijk volwassen geworden. Zij heeft me weer leren praten, want ik was in de loop van de jaren erg gesloten geraakt. Ze vroeg of zei meestal niet veel en gaf me de ruimte om mijn verhaal te vertellen.’

Esther: ‘Hoe vaker je afspreekt, hoe meer verbondenheid je voelt. Op een gegeven moment ging ik ook meer over mezelf vertellen. Dat ik gestopt was bij het payrollbedrijf en dat ik mijn eigen brasserie aan het opzetten was bijvoorbeeld. De keer daarna vroeg hij hoe het met de brasserie ging. Het was leuk om te merken dat hij langzaam ook in anderen geïnteresseerd kon zijn. We zagen elkaar een keer in de week, vaker dan ik mijn eigen vriendinnen zie. Doordat hij gedurende het jaar op verschillende locaties woonde, hebben we samen allerlei delen van de stad ontdekt.’

 

Elkaar loslaten

Esther: ‘Na een jaar stopt het buddycontact. Je moet niet te afhankelijk van elkaar worden. Dit is niet hetzelfde als vriendschap, maar ik vind het leuk om Boekie te zien. Ik zal hem ook wel af en toe een mailtje sturen. Het is raar om te zeggen: hier stopt het.’

Boekie: ‘Ik heb inmiddels een andere buddy maar Esther en ik mailen nog steeds, en we zien elkaar nog wel eens. We keep in touch!’

Esther: ‘Buddy zijn is soms best zwaar. Zelf ben je wel eens moe of druk, of als de ander niet zo lekker in z’n vel zit, kan het veel energie kosten. Maar als ik weer wat meer tijd heb, ga ik het zeker nog een keer doen. Het zet je met beide benen op de grond. Ik heb gezien dat achter elke persoon een verhaal zit. Ook iemand die verslaafd is of geen huis heeft, heeft behoefte aan aandacht en contact, zeker met mensen die geen hulpverlener zijn. Met iets kleins als een kop koffie en een gesprek kun je al een groot verschil maken. Ik heb Boekie echt vooruit zien gaan in dat jaar. Aan het begin was hij er soms niet helemaal bij met zijn hoofd. Op een gegeven moment ging hij zelf ook naar buiten, de stad in.’

Boekie: ‘Een van mijn beste vrienden is mijn ex-junkie vriend. Hij heeft door mijn enthousiaste verhalen nu ook gevraagd of hij een buddy kan krijgen. En ze zijn natuurlijk ook allemaal stik jaloers op mij omdat ik met een leuke, jonge vrouw op stap kan gaan. En Esther is een bijzondere vrouw, een vrouw met ballen. Niks was haar te veel en zij deed echt moeite voor mij. ‘s Morgens voelde ik me lange tijd enorm depressief maar ik werd blij als ik wist dat Esther zou komen. Ze heeft die rouwende man die ik was weer de lachende Boekie gemaakt. Esther heeft mij vooral geholpen mezelf terug te vinden; dankzij haar is de blije Boekie er weer!’