Asmae en Chaima helpen vluchtelingen die in de Amsterdamse noodopvang zitten. Het is een beetje uit de hand gelopen. Voor ze het wisten regelden ze lunch voor 800 mensen. Ze zijn bijna elke dag in touw om de nodige spulletjes te regelen.
Tekst Brechtje Keulen
Fotografie Piet Hermans
Dit stuk verscheen in straatkrant Z!
Jullie zagen net buiten aan de hekken kleding te drogen hangen.
Chaima: ‘Ik heb het meteen in de WhatsApp-groep gegooid: dames en heren, er zijn wasrekken nodig.’
Vrouwen in Actie heet jullie groep.
Chaima: ‘Een vriendin van mij zamelde spullen in voor vluchtelingen in Calais en Brussel. Op internet zag ik hoe de situatie daar was, en toen dacht ik: iedereen moet helpen! Ik heb meteen een berichtje gestuurd aan heel veel vrouwen die ik ken.’
Asmae: ‘Ik had in een dag driehonderd euro verzameld onder vrienden en familie. We konden meteen boodschappen gaan doen. Op de school van mijn kinderen mocht ik ook een inzameling houden.’
Chaima: ‘Het huis van mijn moeder was onze opslagruimte. Het leek wel een Makro, zo vol stond het! Uiteindelijk hadden we twee auto’s en een busje vol, en toen ik in Calais geweest was, dacht ik: we moeten doorgaan.’
Ondertussen kwamen er ook veel vluchtelingen in Nederland.
Asmae: ‘Het offerfeest stond voor de deur en we gingen vlees inzamelen voor een maaltijd in een AZC in Amersfoort. We hadden met dank aan onze donateurs dertien pannen vol, want we hadden op meer dan achthonderd mensen gerekend. Toen we daar aankwamen, was het AZC leeg. Een moskee had de mensen opgehaald.’
Chaima: ‘Toen zijn we meteen naar de opvang aan de Havenstraat in Amsterdam gereden, daar hebben we tafeltjes neergezet, het eten uitgestald, brood, toetjes, koekjes…’
Met hoeveel mensen zijn jullie?
Asmae: ‘We werken met allerlei groepen, scholen, moskeeën en verenigingen. Je zou het kunnen zien als verschillende cellen, maar dan klinkt het alsof we een terroristische organisatie hebben. Haha! Wij hebben in onze WhatsApp-groep een stuk of negentig vrijwilligers nu, vooral vrouwen. De mannen gebruiken we voor transport en sjouwen.’
Hoe weet je wat er nodig is?
Asmae: ‘We denken: als wij daar zouden zitten, wat zouden we dan nodig hebben? Tandenborstel, ondergoed, sokken. Maar ook bijvoorbeeld nootjes, zodat iemand die net aankomt even wat energie krijgt. We willen dat mensen zich welkom voelen. En verder brengen we nu regelmatig lunch.’
Krijgen de mensen geen eten?
Chaima: ‘Ze krijgen ontbijt en avondeten, maar in het begin was het allemaal erg chaotisch en was er soms niet genoeg.’
Asmae: ‘Soms wordt specifiek ergens om gevraagd. Fruit bijvoorbeeld, of deze week nog suiker. Dan zet ik een berichtje in de groep: doneer alsjeblieft suiker. Chaimae gaat dan bijvoorbeeld de eerste helft uitdelen in de Havenstraat, terwijl ik ergens anders de rest ophaal. Onderweg bellen we elkaar: heb je over? Is er meer nodig? Dan gaan we met de rest naar de Haaksbergweg in Zuidoost. Zo regelen we binnen twaalf of vierentwintig uur eigenlijk alles.’
Chaima: ‘Wij zijn sneller dan Bol.com!’
Hebben jullie vaker zulke grote evenementen georganiseerd?
Asmae: ‘Nee… we dóen het gewoon.’
Chaima: ‘Voor je het weet heb je weer achthonderd pakketten die de deur uit moeten. Ik ben blij dat ik onbeperkt bellen heb. Ik ben vaker hier dan thuis!’
Asmae: ‘Mijn partner grapt wel eens: ik zou vluchteling moeten zijn om zoveel aandacht te krijgen! Ik wil wel zeggen: petje af voor de mensen die in de opvang werken. Ze doen veel meer dan hun taak is en ze houden ons goed op de hoogte. Wij willen bijspringen. Niet met luxe, maar met noodhulp.’
En de vluchtelingen…
Chaima: ‘Ze zijn heel blij, ze gaan meteen helpen sjouwen als we aankomen. Ze willen altijd weten wat erin zit.’
Asmae: ‘We hebben nu vier keer een lunch aangeboden: een keer Turks, een keer Marokkaans en binnenkort komt een hindoestaanse organisatie uit Almere een lunch verzorgen.’
Chaima: ‘Lekker multi-culti. Nederland is ook multi-culti, dus de mensen die hier nu zijn, kunnen zo meteen een beetje integreren.’
Wat ligt er vandaag in jullie achterbak?
Asmae: ‘Kinderwagens, babyspulletjes. Hier op de Haaksbergweg zitten drie vrouwen die bijna moeten bevallen.’
Chaima: ‘Ze krijgen ook een kraampakketje van ons.’
Asmae: ‘Veel mensen komen uit de middenklasse, zijn gewend dingen zelf te regelen en vinden het moeilijk hulp te accepteren. Ze hebben vreselijke dingen gezien, mensen die opgehangen waren, bootjes die omsloegen waardoor alle kinderen verdronken.’
Chaima: ‘Ik hoop dat wij ze kunnen helpen hun trauma’s even te vergeten.’