Z!

Pak Mokum Terug

Vorige maand kraakte collectief Pak Mokum Terug een voormalig budgethotel in de Amsterdamse Marnixstraat. De groep eist een eigen plek op in de stad: ‘Jongeren weten niet eens meer dat er ooit vrijplaatsen zijn geweest.’

Tekst: Brechtje Keulen · Fotografie: Piet Hermans

Duiven fladderen op als een groep jonge krakers op 13 oktober 2021 een pand aan de Marnixstraat binnenkomt. De grond is bedekt met een dikke laag stof, duivenpoep, ondefinieerbare viezigheid en dode duiven. In het licht dat door de ramen het souterrain binnenvalt, ziet Lana dat het voormalige hotel inderdaad, zoals ze al verwachtten, leeg is. Leger dan gewoon leeg: de muren zijn afgebikt, plafonds verwijderd, toiletten en douches verdwenen. In de hoge ruimte staat niets, behalve een witte piano. ‘Ik stond even te kijken, en mijn eerste reactie was: shit, dit moeten we allemaal opknappen. Maar vlak daarna dacht ik: geweldig, dit is zó leeg, hier kunnen we echt helemaal van maken wat we willen. Mijn fantasie sloeg meteen op hol.’

De nog levende duiven vliegen weg als de krakers binnen zijn, en komen niet meer terug. De krakers installeren zich stilletjes, beginnen aan de grote schoonmaak en laten drie dagen later een spandoek vanaf de zesde verdieping naar beneden zakken. In koeienletters staat erop: PAK MOKUM TERUG. De krakers zelf staan met rode rookfakkels op het dak. HOTEL MOKUM is een feit.

In een online manifest schrijft actiegroep Pak Mokum Terug: ‘Amsterdam verkeert in crisis. Woonruimte is onbetaalbaar. Mensen met lage en middeninkomens worden de stad uit gejaagd. Voor jonge mensen is er geen plek. De commercialisering van het centrum heeft massa’s toeristen aangetrokken die de stad onleefbaar maken, terwijl pandjesbazen, beleggers en grote bedrijven zich eindeloos verrijken. Voor alternatieve cultuur is geen ruimte meer. Amsterdam verliest haar ziel.’

Schoon en knus

Pak Mokum Terug is een collectief van een stuk of twintig jonge Amsterdammers – kunstenaars en schrijvers – die ‘het tij willen keren’. Ze kraakten het voormalige Hotel Marnix, niet alleen als onderdak, maar vooral ook om er een vrijplaats te stichten voor laagdrempelige en goedkope cultuur.

De eerste nachten slapen de jongeren in tentjes op hun bedden, omdat het gebouw zo smerig is. Na twee weken boenen is van die viezigheid niet veel meer over. Op alle zes verdiepingen zijn de vloeren geschrobd. In het souterrain is een woonkamer ingericht die al knus aandoet. Er is een zithoekje, met gedoneerde banken en fauteuils, en een barretje waarachter koffie en thee wordt gezet. Aan de muur hangen schilderijtjes en posters met actieleuzen die door mensen uit de groep zijn gemaakt, of door sympathisanten langsgebracht. Het is fris binnen, tussen de afgebikte bakstenen muren en zonder verwarming, maar met dikke wollen truien aan gaat het best.

‘We hebben al een burenlunch georganiseerd’, vertelt Lana. ‘De buren waren eigenlijk heel positief. Sommigen hebben vroeger zelf gekraakt. Er wonen hier in de buurt ook wel kakkers die een beetje aftasten wat ze bij ons kunnen maken, maar over het algemeen zijn het mensen die goed begrijpen waarom we dit doen en die snappen dat krakers gewoon heel aardige mensen zijn.’

‘Krakers moeten dood’

Vanuit de verte klinkt het geluid van een stofzuiger. Lana gaat de ladder op naar de eerste verdieping. Daar staan een paar matrassen rechtop tegen de muur. Een Pringles-bus en een ingenieus houten bouwwerk dat eruitziet als een kunstwerk, vangen een wifisignaal op en zorgen voor internet in het hele gebouw. Door een van de ramen komt het daglicht naar binnen. Het andere is afgedekt met een plaat. ‘Vooral om te voorkomen dat kraakhaters iets uithalen’, zegt Lana. ‘Ik heb zelf geen sociale media, ik weet niet precies wat mensen eigenlijk denken over kraken, maar ik hoorde wel dat er op de AT5-site reacties staan als “krakers moeten dood”.’

In stilte is Pak Mokum Terug maandenlang bezig geweest met voorbereidingen voor de kraak, in afwachting van het juiste moment. Oudere krakers hielpen mee, want de generatie in Hotel Mokum heeft de tijd waarin kraken werd gedoogd veelal niet bewust meegemaakt.

‘Het pand stond leeg, dat kon je zelfs als beginnend kraker van mijlenver zien’, zegt Lana. ‘We hebben uitgezocht wanneer de werkzaamheden hier plaatsvonden, en dat was in januari 2020. De eigenaar beweert dat er afgelopen zomer nog geklust is, maar dat hebben we gecheckt bij de buren, en die zeggen dat ze nooit meer iets hebben gehoord. Het stond gewoon te verkrotten. Er zijn mensen die hier in de eerste dagen zijn komen kijken, en deze week weer, en die zeiden: “Wat hebben jullie een mooie vloer gelegd.” Maar die vloer was er al, die lag alleen onder dikke lagen vuil verstopt. We hebben op Marktplaats een wc gekocht, voor 25 euro, en die aangesloten. De elektriciteit doet het nu ook weer.’

‘Worst place ever’

Tot een paar jaar geleden zat in het gebouw zoals gezegd een goedkoop hotel, Hotel Marnix, waar eigenlijk niemand blij mee was. Getuige de recensies op Google Maps was zo ongeveer alles er mis mee: het was vies, voelde onveilig, personeel was onbeleefd. Iemand schreef gedesillusioneerd: ‘Welcome to the no-go-zone!’ Een ander: ‘Worst place ever.’ Voor Pak Mokum Terug staat het symbool voor alles wat niet goed gaat in Amsterdam.

Kraker Karel komt binnen en zegt: ‘We hebben dit gekraakt omdat er echt behoefte is aan een plek waar niet alles om geld draait en waar kunstenaars, muzikanten en schrijvers kunnen experimenteren. De gemeente Amsterdam heeft natuurlijk ook een broedplaatsenprogramma, maar daar gaan de huren ook elk jaar omhoog, en die zijn voor veel kunstenaars niet te betalen. Bovendien is er niks in de binnenstad. Wij willen een platform voor tegencultuur zijn, een vrijplaats, en daar is deze ruimte echt perfect voor.’ Lana knikt: ‘Alles is zo netjes in Amsterdam. Het mag wel wat losser, wat vrijer, wat minder truttig.’

Raadsvragen

De programmering van de vrijplaats gaat op dit moment per week, of zelfs per dag. Want of de krakers voor langere tijd kunnen blijven, is nog helemaal niet zeker. Ondertussen zijn er al feestjes geweest, filmavonden, een schaaktoernooi, een burenlunch. Voor deze avond staan er lezingen en workshops over klimaatverandering gepland. Maar het kraakpand staat op de politieke agenda van de stad. De eigenaar toonde wel sympathie voor kraken, maar deed ook aangifte. De VVD stelde raadsvragen, die Hotel Mokum zelf maar vast beantwoordde op sociale media. ‘Om jullie de moeite te besparen helemaal een debat te voeren.’

VVD: Hebben de krakers schade aangericht aan het pand? Zo ja, wat precies?

HOTEL MOKUM: Nee, maar de eigenaar wel. Het pand was volkomen leeg, uitgewoond en verwaarloosd. Het is nog steeds veilig en stabiel, maar deze omgang met een negentiende-eeuws gebouw is schandalig. We zijn daarom hard aan het werk om het in ere te herstellen.

VVD: Heeft deze kraak de bedrijfsvoering van de eigenaren belemmerd of geschaad?

HOTEL MOKUM: Er was geen bedrijfsvoering, het pand stond bijna twee jaar leeg. Voor zover er sprake was van bedrijfsvoering is het precies het soort waar we op tegen moeten zijn. Hotel Marnix behoorde tot de verschrikkelijkste hotels van de stad. Mensen die er verbleven – budgettoeristen – beschrijven het in hun reviews als de ergste ervaring van hun leven.

De VVD wilde graag langskomen om met de krakers te praten, vertelt Lana, terwijl ze een kaalgeschuurde trap op gaat richting de tweede verdieping. Daar staat een groot wit tweepersoonsbed, met een oranje zeil erover tegen het stof. Verder is de ruimte leeg. ‘Wij willen niet dat de VVD hier komt. We zitten in een precaire situatie, en dit is nu ons huis. We willen wel bij hen thuis afspreken, maar daar zullen ze vast geen zin in hebben.’ Voorlopig is nog onduidelijk wat er met het kraakpand gaat gebeuren, of en wanneer er een ontruiming volgt.

Ideaalbeeld

Lana is tweeëntwintig jaar, Karel vijfentwintig. Karel ging op zijn vijftiende nog weleens biertjes drinken in een kraakpand. ‘Daar hoefde je je ID niet te laten zien. Als ik dat aan jongeren vertel, zijn ze onder de indruk. Dat zulke plekken bestonden, nog helemaal niet lang geleden. Het is schokkend hoe snel de stad veranderd is.’ Lana herkent dat: ‘Er is nu al een hele generatie die nog kind was in de tijd dat er gekraakt werd. Als je niet heel erg bezig bent met geschiedenis, dan weet je als zeventienjarige gewoon niet meer wat kraken is. Je komt ’s nachts ook nooit meer per ongeluk op een feestje in een kraakpand terecht. Ik hoor van mijn vriend, die vijf jaar ouder is dan ik, dat er tijdens zijn studententijd overal plekken waren waar bijvoorbeeld kleine concertjes werden gegeven. Dat is in een hoog tempo verloren gegaan in de stad. Ik ben maar een paar jaar later gaan studeren, en ik heb een heel andere ervaring.’

‘Amsterdam is gewoon helemaal uit balans’, zegt Karel. ‘Het leuke aan een stad is dat wonen, werken en bezoek er gecombineerd worden. Maar in veel stukken van de stad kun je helemaal niet meer wonen, die zijn alleen nog maar voor bezoek. Op andere plekken wordt alleen maar gewerkt, kijk maar naar de Zuidas. In mijn ideaalbeeld gaan we naar een kraakbeweging waar we dit weer bij elkaar brengen. Waar heel veel ruimte is voor open cultuur, maar ook voor bijvoorbeeld werkers, ongedocumenteerden en families. Allemaal groepen die nu geen plek vinden in de stad. Ik hoop dat we hier een volkskeuken kunnen beginnen op de benedenverdieping, en op de eerste verdieping een huiskamer voor wat rustigere evenementen, zoals literaire avonden. Daarboven komen dan woonruimtes en ateliers.’

Lana loopt nog een paar trappen op, naar de bovenste verdieping van het pand. Ze wijst naar de karakteristieke ronde ramen. ‘Moet je dat uitzicht zien! Ik heb alvast gezegd: dit wordt mijn kamer.’

 

Op hun verzoek zijn de namen van Lana en Karel gefingeerd.

Dit artikel verscheen op 12 november 2021 in Z!, de Amsterdamse straatkrant.

 

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen donatie € -