De Groene Amsterdammer

‘Dit gaat een keer escaleren’

Vrachtwagenchauffeurs die over Calais rijden, krijgen daar vaak te maken met vluchtelingen die tussen de lading naar Engeland proberen te komen. Bij de truckers lopen de spanning en irritatie op. Een reportage in De Groene Amsterdammer.

 

‘DAAR HEB JE ER TWEE! Drie! Vier!’ Vrachtwagenchauffeur Rom Knook buigt zich over zijn stuur en wijst in de verte. Over de vluchtstrook sjokt een groep donker geklede mensen tegen de verkeersrichting in, de hoofden gebogen tegen het opspattende regenwater. De voorste in de rij steekt een hand op als de truck voorbij raast. ‘Ik dacht het niet, jongen’, mompelt Knook voor zich uit. ‘Die zijn op weg naar Polley, een truckparking verderop’, zegt hij. ‘Ze klimmen daar over het hek of ze graven een tunnel en proberen dan in een vrachtwagen te klimmen.’ Het is kwart over vier en op de borden in de berm staat dat het nog zes kilometer is tot Calais.

Het gebied rondom de Eurotunnel bij Calais staat onder chauffeurs bekend als de ‘war zone’. In 2013 reisden ruim twintig miljoen passagiers en 1,3 miljoen vrachtwagens door de tunnel. Nergens anders is Engeland zo dicht bij het vaste land van Europa: op dit punt is de waterweg minder dan veertig kilometer breed. Mede daardoor is Calais al jaren een veelgebruikt tussenstation geworden voor vluchtelingen die op weg zijn naar Engeland. Hun aantal fluctueert met de seizoenen en het aantal conflicthaarden rondom Europa. In gekraakte gebouwen en tentenkampen in en rond de stad wachten vluchtelingen hun kansen af om als verstekeling naar de overkant te komen, om in Engeland een bestaan op te bouwen. Clandestien meereizen met een vrachtwagen is een populaire manier om dat te doen. Volgens onderzoek van The Guardian kwamen daarbij het afgelopen jaar vijftien mensen om het leven.

Een paar uur eerder. Knook heeft snel een paar boterhammen gegeten, is naar het toilet geweest en heeft een kop koffie gehaald in de bedrijfskantine. Proviand voor onderweg ligt al in zijn cabine. Hij loopt een rondje om zijn wagen en checkt de zeilen en de sloten. Wie via Calais rijdt, kan onderweg niet stoppen, dus alles moet voor vertrek geregeld zijn. De ruitenwissers zwiepen sloom over de voorruit als Knook zijn wagen van het industrieterrein in Etten-Leur laat draaien. Het geluid van het navigatiesysteem zet hij meteen uit, dat heeft hij na 34 jaar op de truck niet meer nodig. Deze route rijdt hij gemiddeld twee keer per week. Hij draait de verwarming iets hoger en gaat er eens goed voor zitten. Als er onderweg geen problemen zijn, is hij over vier uur bij de tunnel.

‘Het wordt erger en erger in Calais’, zegt hij tijdens het invoegen op de snelweg. ‘Rond de jaarwisseling hebben ze bij mij ook nog iemand onder mijn wagen vandaan gehaald. Zelf heb ik hem niet gezien, maar de honden van de douane gingen verschrikkelijk tekeer. Dan weet je het wel. Misschien was hij wel op mijn assen gaan liggen. Deze mensen nemen enorme risico’s om naar Engeland te komen. Ze zijn echt desperate.’ Het zeildoek van de wagen is verstevigd met metalen strips, om het moeilijker te maken er een gat in te snijden en zo in de wagen te komen. Nog veiliger is een zogenaamde ‘kastenwagen’, die harde zijkanten heeft. Maar een bedrijf als Heijboer Transport uit Brabant, dat zo’n honderd chauffeurs heeft rondrijden, kan dat niet altijd regelen. Bovendien is ook dat geen garantie voor een veilige overtocht. ‘Als je op een parkeerplaats staat, maken ze je deuren open’, vertelt Knook, ‘ze gaan onder je wagen hangen of ze klimmen erbovenop. Als je in de buurt van Calais stil komt te staan, weet je bijna zeker dat er iemand in je wagen zit.’

Voor wie gevlucht is uit conflictgebieden als Soedan, Somalië of Afghanistan is de oversteek naar Engeland maar één hindernis in een reeks beproevingen. Migranten die hier langs de snelweg kamperen, hebben weinig te verliezen. Verstekelingen werden al aangetroffen in bulkwagens, verstopt onder zout of zand, en zelfs in koelwagens waar de temperatuur min achttien is. Op internet circuleren filmpjes van vluchtelingen die achter langzaam rijdende trucks aan rennen, de achterdeur openen en één voor één in de wagen springen. De laatste doet de deur dicht en vlucht weg via de bosjes. Get to England or Die Trying, kopte The Guardian onlangs.

Dat leidt tot spanningen bij chauffeurs. Zij moeten voortdurend alert zijn, ze zijn langer onderweg door de uitgebreide controles bij de tunnel, en soms raakt hun wagen of hun lading beschadigd. Bovendien riskeren ze een boete als er eenmaal in Engeland toch verstekelingen in hun auto blijken te zitten. ‘Dit gaat een keer escaleren’, zeggen verschillende chauffeurs die regelmatig in Calais komen. En ook nu loopt het al wel eens uit de hand. In november 2014 werden twee collega’s van Knook opgepakt in Frankrijk nadat ze een verstekeling ‘iets te hardhandig’ van een wagen hadden verwijderd. Ze zaten 48 uur in de cel. Arnold Jan Willemse, directeur van Heijboer Transport, wil niet veel kwijt over het incident: ‘Ze zijn niet opgepakt omdat er verstekelingen in hun wagen zaten. Ik weet ook niet wat er precies gebeurd is. Vul de rest zelf maar in.’

 

BIJ ANTWERPEN-LUCHTBAL loopt de adviessnelheid op de borden boven de weg terug. 110 wordt 90, 70 en daarna 50.

Knook timmert met zijn vingers op het stuur en kijkt om zich heen. ‘Dit kan een probleem worden. Wat is hier aan de hand?’

File onderweg betekent vertraging op de reis, en dat kan ertoe leiden dat hij Calais niet binnen de maximale rijtijd van 4,5 uur bereikt. Hij wijst op een kastje boven zijn hoofd. ‘Als hier een lampje gaat branden, ben ik verplicht om een pauzeplaats te gaan zoeken.’ Controleurs kunnen het systeem uitlezen en delen hoge boetes uit als de rijtijden zijn overschreden. Doorrijden tot het beveiligde gebied rondom de Tunnel is dan soms geen optie. Anderzijds wordt chauffeurs zeer dringend afgeraden om voorbij Gent nog te stoppen. Mensensmokkelaars kennen de transportroutes naar Engeland ook en daarom zijn vrijwel alle parkeerplaatsen voor vrachtwagens in Zuid-België en Noord-Frankrijk afgesloten. Twee rustplaatsen zijn nog open, maar die dragen de bijnaam ‘bushalte’.

Even voorbij Antwerpen trekt het verkeer weer op, de file is voorbij. Onder donkergrijze wolken trekt een lange stoet vrachtwagens op de rechterbaan richting de Franse grens en verder naar Calais. Wind smijt regendruppels tegen de voorruit. Een nevel van opspattend water hangt om de wielen van de voorgaande trucks. Als Knook in de andere rijrichting een collega voorbij ziet rijden, zet hij snel zijn ‘bakkie’ aan: een soort walkie-talkie die naast hem aan de wand van zijn cabine hangt. ‘Ha jongen, hoe is het?’ klinkt het krakend van de andere kant. Knook antwoordt snel: ‘Goed jongen, hoe is het bij de tunnel?’ Van de andere kant komt enkel nog geruis terug; de ander is al weer buiten bereik.

Ineens lopen overal mensen. Tegen de zware wolkenlucht tekenen zich figuurtjes af die zich losmaken uit de achtergrond en gestaag richting snelweg lopen. Links in de berm duiken drie mensen op. Een van hen blikt vliegensvlug over zijn schouder en schiet dan de weg over, vlak voor een vrachtwagen langs. Rechts waar de weg een bocht maakt, ligt achter dorre takkenbossen een tentenkamp. Voor felgekleurde tentzeilen staan mensen die hun kans afwachten om de weg op te klimmen. Over een viaduct komt in de verte ook een groepje aan. Knook vloekt, haalt diep adem en wijst op een lange rij trucks in de verte: ‘O jee, daar staat het al stil.’ Als hij over de afslag rijdt, passeert hij een groep van misschien wel twintig mannen die de vrachtwagens opzichtig monsteren.

Langzamer en langzamer rolt het verkeer, tot het bijna stilstaat. ‘Rijden, rottruck’, moppert Knook tegen de wagen voor hem. ‘Als hij niet opschiet, kom ik onder dat viaduct stil te staan. Dat moet ik echt niet hebben, daar springen ze vanaf.’ Zijn blik schiet heen en weer tussen de zeven spiegels die alle hoeken van zijn auto vangen. Onder het viaduct staan twee agenten, maar Knook vertrouwt het niet. Hij springt uit de auto om voor de zekerheid een extra slot op de achterdeur te zetten. ‘Ik ben hier echt klaar mee!’ zegt hij als hij rood aangelopen weer in de wagen klimt. Hij veegt met een doek over de beslagen ruiten.

Nog geen minuut later komen twee jonge mannen door een veld op het verkeer af gelopen. Ze komen dichterbij en schieten dan ineens weg tussen de dubbele rij vrachtwagens. Een paar seconden erna rennen drie agenten voorbij, wapenstok in de hand. Knook: ‘Het is weer een regelrechte ramp vandaag.’

‘ENGELAND ZOU zijn wetten moeten veranderen, dan zouden de problemen in Calais snel minder zijn’, zegt Arnold Jan Willemse in een vergaderruimte van Heijboer Transport in Etten-Leur. ‘Je kunt dit natuurlijk niet los zien van wat er in Italië en Griekenland met vluchtelingen gebeurt en er zou in Europees verband gekeken moeten worden naar waar die mensen Europa binnenkomen. Maar de eerste stap is ervoor zorgen dat Engeland geen walhalla meer is voor vluchtelingen.’ Onder chauffeurs en ook onder de migranten die in Calais bivakkeren, gaat het verhaal dat vluchtelingen in Engeland gemakkelijk een verblijfsvergunning, huis en baan krijgen, of anders wel recht hebben op een uitkering. ‘Ze hebben het idee dat de straten hier met goud geplaveid zijn’, zei een woordvoerder van de UK Independence Party (Ukip) afgelopen zomer tegen de krant Express .

Waarom willen migranten zo graag naar Engeland? Is het echt zo dat ze daar een grotere kans hebben om een bestaan op te bouwen? Waarom kiezen zij ervoor om ondanks de risico’s het Kanaal over te steken, terwijl ze ook asiel zouden kunnen aanvragen in Frankrijk of een ander Europees land?

‘Het is heel moeilijk om daar een eenduidig antwoord op te geven’, zegt Bastian Vollmer, onderzoeker bij het Center on Migration, Policy and Society (Compas) van Oxford University. ‘Ze moeten heel sterke drijfveren hebben om deze weg te kiezen. Daar kunnen ze persoonlijke of economische redenen voor hebben, of ze kunnen bijvoorbeeld op de vlucht zijn voor terreur in hun eigen land. Dat de migranten in Calais juist Engeland als bestemming hebben gekozen, kan er bijvoorbeeld mee te maken hebben dat ze de taal beheersen of dat ze al familie of vrienden in het Verenigd Koninkrijk hebben of weten dat er gemeenschappen van mensen uit hun land van herkomst zijn. In een door de EU gefinancierd onderzoek hebben we gevonden dat vluchtelingen verwachtingen hebben door de narratieven die binnen hun groep bestaan.’

WIE NAAR DE FEITEN kijkt en het Engelse asielbeleid onder de loep neemt, ziet dat het land zeker geen milder beleid heeft dan de omringende landen, en dat het zijn best doet om de strenge regels te communiceren. ‘In the UK illegally? Go home or face arrest’, stond er op de ‘Go Home Vans’ die afgelopen zomer door zes buurten in Londen reden. Daaronder een telefoonnummer. Illegale migranten die behoefte hadden aan gratis advies en hulp bij het boeken van een reis terug naar hun vaderland hoefden maar een sms te sturen. Erg effectief was de proef niet: slechts elf mensen zijn vertrokken na een sms naar het nummer van de Go Home Vans. ‘Het asielbeleid is in de afgelopen decennia stap voor stap strenger geworden’, zegt Vollmer. Zo is het gemakkelijker geworden om illegale migranten uit te zetten en hun de toegang tot de arbeidsmarkt en allerlei voorzieningen te ontzeggen. Huisbazen zijn nu ook verplicht de verblijfsstatus van hun huurders te controleren. Wie geen geldige verblijfsvergunning heeft, kan nauwelijks een plek vinden om te wonen.

Wie als verstekeling via Calais het Verenigd Koninkrijk binnenkomt, zal het niet makkelijk krijgen. De kans om een verblijfsvergunning te krijgen is klein. Het aantal asielzoekers per hoofd van de bevolking ligt er een stuk lager dan in veel andere landen in Europa. Het Verenigd Koninkrijk neemt een zeventiende plek in op de lijst, nog onder landen als Nederland, IJsland en Oostenrijk.

Ondertussen zucht Calais onder de grote aantallen migranten die rondom de havenstad zijn neergestreken. Frankrijk klaagt dat het er alleen voor staat: de vluchtelingen die duidelijk niet in Frankrijk willen zijn, veroorzaken overlast in de stad, langs de weg en bij de douane. De politie heeft niet de capaciteit om de situatie in de hand te houden. En er wordt al gesuggereerd dat de Engelse grenscontrole naar het eiland verplaatst zou moeten worden, om Calais te ontzien. Burgemeester Natacha Bouchart van Calais opperde onlangs de mogelijkheid om opnieuw een opvangkamp voor vluchtelingen te openen, nu hun aantal in een jaar tijd is gegroeid van duizend tot twee- à drieduizend. Het vorige opvangkamp van het Rode Kruis werd in 2002 gesloten, na druk van de Engelse overheid en media, die het vermoeden hadden dat het kamp een aanzuigende werking zou hebben.

‘Deze kwestie zou op Europees niveau aangepakt moeten worden’, zegt Arthur van Dijk, directeur van belangenbehartiger Transport en Logistiek Nederland (TLN). Begin december stuurde TLN een brandbrief aan staatssecretaris Teeven over de situatie in Calais. Niet alleen omdat de veiligheid van chauffeurs en de efficiënte doorvoer van goederen in het geding komen, maar ook omdat de organisatie vreest voor een waterbed-effect. Van Dijk: ‘Het begint er heel voorzichtig op te lijken dat er bij zeehavens als Zeebrugge en Hoek van Holland net zoiets gaat gebeuren als in Calais. Het staat absoluut in geen enkele verhouding tot de situatie in Frankrijk, want we spreken eerder over tientallen gevallen dan over duizenden, maar als de situatie in Calais aangepakt zou worden, zou er een verschuiving kunnen optreden naar Belgische en Nederlandse havens.’

 

OP HET EUROTUNNEL-TERREIN in Calais stuurt Knook zijn vrachtwagen stapvoets door een scan die vormen in de wagen kan herkennen. Daarna rijdt hij naar de CO2-controle, die vandaag door honden wordt uitgevoerd. Hij moet van een afstand toekijken hoe een beambte met hond een ronde om de auto maakt. Het dier snuffelt, hoog en laag, langs alle relevante punten, en blaft daar steeds beheerst. Knook loopt een hokje in om een stempel op zijn douanepapieren te laten zetten. Zo kan hij aantonen dat hij alle controles heeft doorlopen als in Engeland blijkt dat er toch verstekelingen in zijn wagen zitten. ‘Het is goed’, zegt hij terwijl hij naar de hond tuurt. ‘Als er wat mis is, gaat zo’n beest echt te keer.’ Na de CO2-check wordt gecontroleerd of de zeilen van de wagen goed vast zitten en dan kan Knook zijn wagen de trein op rijden. Een klein busje komt langs om de chauffeurs één voor één op te halen uit hun cabines. Zij zitten gedurende de reis in een aparte treincoupé en brengen daar hun pauzetijd door. Knook kijkt op zijn horloge: de rit duurde precies vier uur.

Niemand in de warme treincoupé luistert naar de veiligheidsinstructies van de steward. De meeste chauffeurs reizen vaak naar Engeland en kennen het verhaal uit hun hoofd. Ze doen hun ogen even dicht. Enkele Nederlandse chauffeurs raken met elkaar aan de praat over hun ervaringen met migranten en verstekelingen. Ze grinniken om een man die laatst in Tilburg drie mensen tussen zijn lading vond. Die waren per ongeluk de verkeerde kant op gereisd. Maar er zijn ook zwaardere verhalen: over een chauffeur die een vluchteling van zijn dak sloeg. Over een chauffeur die een verstekeling een klap had verkocht met een ijzeren staaf en die hem daarna in de berm had laten liggen. Over een chauffeur die van een parkeerplaats wilde wegrijden toen er net een man onder zijn wagen vandaan kwam. Hij reed eroverheen zonder dat hij het door had.

‘Ik vraag me wel eens af wat er gebeurt als er zo’n man voor je auto springt en je rijdt hem dood’, zegt Horst Kreukniet, collega van Knook bij Heijboer Transport. ‘Ik heb dertig ton achter mijn kont hangen, ik sta echt niet zomaar stil en kan dan niets meer doen. Maar je zit er natuurlijk wel mee. En mijn Frans is net zo goed als mijn Chinees, dus ik kan het ook niet uitleggen.’ De mannen om hem heen knikken. ‘Ik reed laatst in de bocht bij Calais en toen liepen er ineens drie voor mijn wagen de weg over’, reageert een Nederlandse chauffeur die zich heeft omgedraaid op zijn stoel. ‘Ik rem altijd. Maar ik weet: in een scherpe bocht kan dat niet, dan lig ik om. Echt, ik deed mijn ogen dicht. Toen ik ze weer open deed, zag ik ze in mijn spiegel nog weglopen.’